Als je een opstelling met de drie mentale lichamen gaat doen, is dit een leuke voorbereidende oefening voor inzicht.

Je hebt je arm helemaal omhoog (of de pen bovenaan op het papier) en de eerste vraag die je jezelf stelt is:

- Voor hoeveel procent bestaat mijn denken uit de inbreng vanuit mijn huidige mentale lichaam?

Je laat je arm bewegen en kijkt waar die stopt. Als je met een pen op papier werkt, kijk je waar de pen stopt. Als je met een pen werkt kun je dit meteen markeren. Als je met de arm werkt moet je dit onthouden of maak je de cirkelbeweging die je hebt gemaakt op papier. Dan is de volgende vraag, waarbij je begint waar de vorige beweging stopte:

- Voor hoeveel procent bestaat mijn denken uit de inbreng vanuit mijn culturele mentale lichaam?

Dezelfde procedure herhaal je met de vraag:

- Voor hoeveel procent bestaat mijn denken uit de inbreng vanuit mijn oorspronkelijke mentale lichaam?

Als je wilt maak je de oefening nog iets anders, zodat je niet weet op welke vraag je bent aan het reageren. Dan maak je drie briefjes, en op elk briefje schrijf je de vraag voor één van de mentale lichamen. De briefjes vouw je dicht en schudt ze door elkaar. Dan begin je met een willekeurig briefje te pakken, houdt dat vast in de hand die niet schrijft, of in de arm die niet beweegt. Dan stel je jouw systeem de vraag:

- Voor hoeveel procent heeft het mentale lichaam dat ik nu in mijn hand houdt, invloed op mijn denken?

Ook hier weer geldt: je laat je arm bewegen en kijkt waar die stopt. Als je met een pen op papier werkt, kijk je waar de pen stopt. Je gaat niet kijken welk lichaam op het briefje staat, je doet eerst hetzelfde met de andere twee briefjes. Leg ze wel in volgorde neer zodat je weet welk briefje je als eerste pakte, welk als tweede en welk als derde.