Uitleg opstelling met de vijf lichamen
Wanneer we opstellen, vraag ik je alle vijf de lichamen op een apart papier te schrijven met een pijl erbij. Je neemt als je dat wenst, ook een papier erbij met “ik”, waarop geen pijl hoeft te staan. Dat is de plek om bij jezelf te komen als je één van de vijf lichamen hebt ingevoeld. Daardoor kun je die ervaring loslaten en open het volgende lichaam in gaan. Dat doe je door op het papier met “ik” te gaan staan en je leeg te maken van de vorige ervaring. Als je gewend bent met opstellingen te werken, kun je er ook voor kiezen dat niet te doen en van het ene lichaam direct over te gaan naar een volgend lichaam.
Als je de opstelling doet vanuit een thema of gebeurtenis, schrijf je dit ook op een papier en legt die erbij. Ook daarop hoeft geen pijl te staan. Of je pakt voor het thema of de gebeurtenis een symbool, dat kan ook. Het thema of de gebeurtenis leg je bij de opstelling neer, maar daar gebeurt verder niets mee.
Het is goed dit geheel aan te vullen met representerende symbolen voor jouw lichaamswezen, jouw innerlijke kind en jouw voorouders. Jouw lichaamswezen is als het ware de manager van jouw fysieke lichaam. Jouw innerlijke kind is bekend denk ik. Je hebt natuurlijk vele innerlijke kinderen. Dat zijn energieën uit jouw kindertijd die je meedraagt en die jou sterk mee bepalen. Heel veel in en aan ons is vanuit het innerlijke kind. “De innerlijke kinderen”, meervoud, betekenen dat je vele verschillende ervaringen hebt opgedaan als kind en op andere leeftijden anders was. Al die ervaringen kunnen opnieuw worden opgeroepen. In de opstelling van de vijf lichamen gaan we niet direct in op jouw innerlijke kind. Het is er via een symbool wel bij. Dat de voorouders erbij worden gezet is omdat er voor jou veel kracht en wijsheid komt vanuit jouw voorouders. Maar deze kunnen ook beperkingen meegeven.
Als je meerdere symbolen hebt, is het belangrijk tijdens de opstelling te weten welk symbool waarvoor staat. Als je abstracte symbolen kiest, zijn ze misschien tijdens de opstelling niet goed herkenbaar voor je, en weet je misschien niet meer goed welk symbool waarvoor staat. Ook al gebeurt er met de symbolen en het thema (aanwezig via papier of met een symbool) niets speciaals, het kan zijn dat je vanuit één van de papieren waarop je staat naar een symbool gaat kijken. Dat is wel betekenisvol. Daarom is het belangrijk te weten welk symbool waarvoor staat. Ook kan de positie van de symbolen en het thema betekenisvol zijn.
De opstelling op de grond
Je legt willekeurig op de grond de vijf papieren van de vijf lichamen en hun pijl, en eventueel een papier met “ik” erop. De pijlen geven aan naar welke kant jouw blik gericht is als je op een papier staat. (Dat is op het “ik “ niet nodig omdat dat alleen een tussenfase tussen twee lichamen inhoudt). Ook een papier of een symbool voor jouw thema leg je neer, wanneer je dat hebt. Vervolgens zet je ook willekeurig de symbolen neer voor jouw lichaamswezen, jouw innerlijke kind en jouw voorouders.
Het is belangrijk dat ik een goed beeld heb hoe alles op de grond ligt. Een foto ervan nemen en me die opsturen is het handigst. Daarbij kom je ook nog altijd uitleg aan het geven, wat welk papier precies is en welke kant de pijl op staat. Als je me de foto via whatsapp opstuurt, kan ik het zien zonder uit het scherm te gaan van het videobellen en naast me leggen. Hier besteden we even aandacht aan dat dit goed duidelijk is voor ons beiden.
Hoe plaats je de opname?
Als de papieren ver uit elkaar liggen en dan ook nog eens met de pijl weg van het opname instrument, kan het zijn dat je niet goed verstaanbaar meer bent voor me. Ik hoef je niet per se te zien, maar moet jou wel kunnen horen. Daarom is het handig een opname instrument te hebben dat je zo nodig kunt verplaatsen.
Wil je gebruik maken van een papier met ‘ik’ erop?
Als je zelf niet zo bekend bent met opstellingen kan de ik-periode goed zijn tussendoor, anders hoeft dat niet. Dat betekent dat je, nadat je een lichaam hebt ingevoeld, steeds terugkeert naar het papier van het “ik” waarmee je ook begint. Op dat papier maak je jezelf leeg en bereid je je voor een nieuw lichaam te ervaren.
Volgorde van invoelen
Je begint met het invoelen van jouw fysieke lichaam, waarbij je steeds staat met jouw gezicht in de richting waarin de pijl wijst. Dat invoelen doe je heel geduldig. Je maakt jezelf leeg en gaat vervolgens na wat in je opkomt, wat je voelt. Dit heeft tijd nodig. Dit doe je rustig en zorgvuldig. Je gaat na wat je fysiek en van binnen gewaar wordt en spreekt dit uit. Wanneer dit voldoende is uitgewerkt, (ga je naar het papier met “ik” erop en maak je je leeg. Wanneer je voelt dat je er klaar voor bent,) ga je naar het papier van het etherische lichaam. Hier doe je weer hetzelfde: goed invoelen, de tijd nemen, uitspreken wat in je opkomt, wat je voelt, wat gezegd wil worden. Ook je twijfel hierin is belangrijk. Als mensen in een opstelling twijfelen denken ze vaak dat ze dat zelf zijn. In de opstelling is dit een uiting van de energie die je opstelt. Als ook het etherische lichaam voldoende is uitgewerkt, (ga je weer naar het papier met “ik”, maak je jezelf leeg, en) ga je door naar het emotionele lichaam. Daar doe je hetzelfde. Dan (weer naar het “ik”, dan) naar het mentale lichaam, (terug naar het “ik” om je leeg te maken,) en als laatste naar het spirituele lichaam.
Zoals je leest worden in eerste instantie alle vijf de lichamen nagegaan, (en tussendoor wordt ervoor gezorgd dat je weer leeg en open een nieuw lichaam kunt invoelen door op het papier met ‘ik’ te staan).
Wil je een overzicht van alle vijf de lichamen bij aanvang of hoeft dat niet?
Het kan zijn dat je al in de eerste ronde de opstelling wilt gaan veranderen door anders op een papier te gaan staan, met een andere blikrichting, of om een papier te verleggen, omdat op een plek al veel in beweging komt. Dan heb je twee opties:
- Je gaat al direct mee in die beweging. Dat betekent dat je het laat gebeuren zoals het gaat. Voordat je een overzicht hebt hoe bij aanvang de vijf lichamen zijn, beweeg je mee in het proces. Dan zul je niet meer kunnen zien en ervaren hoe het in je was bij het begin van de opstelling.
- Als je dat wel wil weten, beweeg je nog niet mee met veranderingen in de blikrichting die je wilt aanbrengen, maar zetten we als het ware de tijd stop en ga je eerst door met alle vijf de lichamen te ervaren, zodat je duidelijk hebt wat jouw uitgangspositie is. Daarna pak je dan de lichamen op die in beweging wilden komen. Nogmaals, dit is om goed te kunnen zien vanuit welke positie je begint, maar dat hoeft natuurlijk niet. Als de vijf lichamen klaar zijn in de eerste ronde, ga je door naar het lichaam dat wilde veranderen.
Hoe maak je een keuze tussen beide opties?
Als je van te voren niet goed weet welke optie je wenst, kan dat ook nog in de opstelling bekeken worden. Een opstelling waarin al direct veel gaat gebeuren, die is niet stop te zetten. Dan vraagt de beweging om beweging. Dat is niet altijd de situatie. Soms gaat het rustig en komt de beweging geleidelijk op gang. Als dat het geval is, kan eerst een overzicht worden bekeken en kunnen eventueel stopmomenten worden ingevoerd.
In eerste ronde alle lichamen in volgorde nagaan
Als een lichaam in beweging wil komen door anders te gaan staan, of om een papier te verleggen, dan is daarvoor ruimte in de eerste fase, ook al zul je zo het totaaloverzicht van de beginfase missen. In de eerste ronde worden wel altijd alle lichamen één voor één nagegaan. Als in de eerste ronde de wens opkomt niet naar het eerstvolgende lichaam over te stappen maar een lichaam over te slaan, dan ga je in die beweging in de eerste ronde niet mee.
Na de eerste ronde
Vanaf de tweede ronde is de beweging in principe vrij. Als je de optie hebt gekozen de tijd te stoppen in de eerste ronde, ga je wel in de tweede ronde eerst de stopmomenten na. Dus nadat de eerste ronde af is, wordt de tijd weer terug gepakt in het moment dat die is stil gezet, en wordt dat moment gevolgd. Mochten twee lichamen een verandering in richting hebben willen inzetten, dan heb je dus twee stopmomenten in de tijd, dan kun je ervoor kiezen het eerste stopmoment als eerste te nemen en daarna het tweede te volgen, of je pakt wat voor jou op het moment waarop je vrij bent het beste voelt.
Het kan zijn dat in de sessie iets gebeurt waarvan je denkt: hierop wil ik de reactie van alle lichamen kennen, dan kunnen we weer de beweging stop zetten, de tijd stop zetten, en alle lichamen eerst nagaan zoals in de eerste ronde. Dus het is niet zo dat dat niet meer mag. Maar meestal zal het niet meer nodig zijn om een ronde als de eerste ronde in te voeren.
Dit hoef je zelf allemaal niet te bedenken, daarin leid ik jou. Maar dan weet je wat je kunt verwachten. En mocht je het alleen willen doen, dan heb je hierbij een handvat om ermee om te gaan.
Als veel gebeurt in de eerste ronde, komt de sessie waarschijnlijk niet verder dan dat. Als veel gebeurt kost dat niet alleen tijd, ook jouw aandacht en energie. Teveel is niet helpend. Vaak voel je dat ook: het is genoeg.
In principe blijf je tijdens een opstelling geïnteresseerd in alle vijf de lichamen. Soms is de beweging zo sterk dat je er niet aan denkt of aan toe komt. Maar in principe blijf je aandacht hebben voor ze allemaal, ook als een lichaam niet veel aandacht vraagt. Soms komt vanuit een onverwachte hoek hulp voor het hele gebeuren.
Notities maken
Ik zal voor jou noteren als iets naar voren komt waarop nu, in deze opstelling, niet wordt ingegaan, omdat daarvoor geen ruimte is in de opstelling met de vijf lichamen. Een opstelling met de vijf lichamen is meer dan voldoende. Daaraan kan niet nog iets anders worden toegevoegd. Dat zul je zelf ook ervaren.
De begeleider doet ook mee aan de opstelling
Als de begeleider ergens aan denkt of juist niet aan denkt, of opeens iets anders gaat doen dan die van zichzelf gedacht had, dan hoort dat bij de opstelling zoals die op dat moment gebeurt. Heb vertrouwen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb