Lichaamswezen in een representerende opstelling
Het lichaamswezen is als het ware de manager van jouw gehele gemanifesteerd bestaan op Aarde, van al jouw aspecten die samen jou vormen. Het heeft een grote verantwoordelijkheid en intelligentie. Het leidt jouw systeem en zorgt ervoor dat je zo goed mogelijk kunt functioneren met wat er in je is. Het kan geen wonderen verrichten. Het is altijd zeer helpend voor jou aanwezig.
Een opstelling van iemands lichaamswezen is goed te doen als je een groepje hebt van drie personen of meer. Dan kan van één van de drie het lichaamswezen worden opgesteld, de tweede persoon representeert en de derde persoon is begeleider. Degene van wie het lichaamswezen wordt opgesteld kan natuurlijk zelf ook vragen stellen aan zijn of haar lichaamswezen.
Om deze gelegenheid van representeren van iemands lichaamswezen en de mogelijkheid vragen te stellen, zo optimaal mogelijk te benutten, is het zeer zinvol van te voren het lichaamswezen vragen voor te leggen. De antwoorden die vanuit ieders eigen systeem op deze vragen opkomen, vormen de basis voor het gesprek met het lichaamswezen wanneer dit wordt opgesteld.
De vragen die het lichaamswezen vóór een opstelling gesteld kunnen worden, betreffen belastingen die het lichaamswezen ervaart op meerdere terreinen. In de vragen wordt het lichaamswezen ondervraagd over belastingen die het ervaart vanuit voeding, balans werk-rust, het fysieke lichaam, het etherische lichaam, het emotionele lichaam, het mentale lichaam, het spirituele lichaam, vanuit de voorouders, genetisch en karmisch. Bij ieder onderdeel wordt eerst de vraag gesteld of vanuit dit onderdeel door het lichaamswezen een belasting ervaren wordt, waarop bevestigend of ontkennend geantwoord kan worden. Geregeld geeft een lichaamswezen meteen ook aan of de belasting klein of groot is, of het een paar zaken betreft of heel veel. Kort na deze vraag wordt de vraag gesteld: ‘wanneer het antwoord bevestigend is, wat kan het lichaamswezen aangeven wat die belasting vanuit dat onderdeel precies inhoudt?’ Hierop kunnen natuurlijk meerdere antwoorden komen. Vandaar dat bij deze vraag langer wordt stilgestaan.
Stel je hebt een groepje van drie personen, en alle drie willen hun lichaamswezen hebben opgesteld, dan kun je het volgende format gebruiken:
- Kies wie de vragen hardop gaat voorlezen.
- Zoek rust en balans in jezelf.
- De vraagsteller wacht tot iedereen er klaar voor is de antwoorden die vanuit ieders lichaamswezen in hem of haar naar boven komen, te accepteren en te noteren.
- De eerste vraag wordt voorgelezen.
- Na iedere vraag is een pauze zodat ieder zijn of haar antwoord kan noteren. Op een ja-nee vraag is de pauze korter.
- Degene die de vragen hardop uitspreekt, doet zelf ook mee en schrijft zelf ook zijn of haar antwoorden op.
- Wie klaar is met het antwoord opschrijven, richt de blik weer op de groep, zodat duidelijk is wanneer ieder klaar is met schrijven.
- Dan kan de volgende vraag worden voorgelezen.
- Bij het stellen van de vragen vindt geen gesprek plaats.
De vragen luiden:
1a. Lichaamswezen, ervaar je belasting vanuit de voeding? (Korte pauze.)
1b. Zo ja, kun je aangeven welke voeding dit precies betreft? (Wacht tot iedereen klaar is met schrijven.)
2a. Lichaamswezen, ervaar je belasting vanuit de balans werk-rust?
2b. Zo ja, kun je aangeven wat de belasting vanuit de balans werk-rust precies inhoudt?
3a. Lichaamswezen, ervaar je belasting vanuit het fysieke lichaam?
3b. Zo ja, kun je aangeven wat de belasting vanuit het fysieke lichaam precies inhoudt?
4a. Lichaamswezen, ervaar je belasting vanuit het etherische lichaam?
4b. Zo ja, kun je aangeven wat de belasting vanuit het etherische lichaam precies inhoudt?
5a. Lichaamswezen, ervaar je belasting vanuit het emotionele lichaam?
5b. Zo ja, kun je aangeven wat de belasting vanuit het emotionele lichaam precies inhoudt?
6a. Lichaamswezen, ervaar je belasting vanuit het mentale lichaam?
6b. Zo ja, kun je aangeven wat de belasting vanuit het mentale lichaam precies inhoudt?
7a. Lichaamswezen, ervaar je belasting vanuit het spirituele lichaam?
7b. Zo ja, kun je aangeven wat de belasting vanuit het spirituele lichaam precies inhoudt?
8a. Lichaamswezen, ervaar je belasting vanuit de voorouders?
8b. Zo ja, kun je aangeven wat de belasting vanuit de voorouders precies inhoudt?
9a. Lichaamswezen, ervaar je genetische belasting?
9b. Zo ja, kun je aangeven wat de genetische belasting precies inhoudt?
10a. Lichaamswezen, ervaar je karmische belasting?
10b. Zo ja, kun je aangeven wat de karmische belasting precies inhoudt?
Als iedereen deze vragen voor zichzelf beantwoord heeft, wordt bekeken wiens lichaamswezen eerst wordt gerepresenteerd, wie de begeleider is en wie de representant. De representant gaat nu weg, of zorgt in ieder geval dat hij of zij het volgende gesprekje tussen degene wiens lichaamswezen wordt opgesteld en degene die het begeleidt, niet hoort. Dan geeft degene wiens lichaamswezen wordt opgesteld, alle informatie door die vanuit het lichaamswezen over de belastingen zijn geuit. Over de aspecten waarop het lichaamswezen belastingen heeft ervaren, wordt doorgevraagd in de opstelling. Als iemand op zeven punten belastingen heeft ervaren, worden over deze zeven aspecten in de opstelling gevraagd. Zo kan aan het opgestelde lichaamswezen heel gerichte vragen worden gesteld en kan er in korte tijd veel belangrijke informatie naar voren komen en misschien ook al geheeld.
De representant komt weer terug als de begeleider en degene wiens lichaamswezen wordt opgesteld, klaar zijn, en dan begint de opstelling. De representant neemt een papier met daarop de woorden: lichaamswezen van… (naam), legt daar een steen op, en gaat even later op het papier staan en pakt de steen op. Dit is geen invoelende opstelling maar een representerende opstelling.
Voor de begeleider is het goed om te weten dat de representant direct het lichaamswezen is. Natuurwezens, zoals het lichaamswezen, zijn niet lang van stof, en vinden het prettig dat je als vraagsteller ook kort en duidelijk bent. Wanneer mensen worden opgesteld, kunnen die het fijn vinden als even stilgestaan wordt bij henzelf, dat ze goed het contact kunnen voelen met de begeleider. Een natuurwezen is een wezen met een taak en is taakgericht. Je kunt rustig zeggen: ‘dankjewel dat je er bent.’ Maar blijf bij zulke opmerkingen niet dralen. Je begint te vragen: “Lichaamswezen van … (naam), hebben wij contact? Als het lichaamswezen dat bevestigt, kun je door naar jouw vragen. Dat voelt voor ons wat zakelijk, maar natuurwezens zijn zo. Die zijn taakgericht en doen graag dat waarvoor ze er zijn. Lichaamswezens willen komen en willen zich uiten. Ze hebben daarbij meestal geen contactbehoefte, zoals een mens die gerepresenteerd wordt dat bijvoorbeeld wel kan hebben. Bovendien is door de vragen die van te voren aan het lichaamswezen zijn gesteld, het lichaamswezen vrij snel vrij sterk in de representant aanwezig. Dus niet alleen is er verschil tussen een invoelende opstelling en een representerende opstelling. Dat is hierboven onder de algemene informatie beschreven. Er is ook een duidelijk verschil in het representeren van een mens en van een natuurwezen. Door het vaker te doen leer je dat. Wat altijd wel een goed idee is, is om niet meteen helemaal met de deur in huis te vallen maar het lichaamswezen of iets of iemand anders dat (die) wordt gerepresenteerd, even de gelegenheid te geven zich op het onderwerp van de vraag te richten.
Ik realiseer me dat wat ik schrijf tegenstrijdig kan klinken: enerzijds niet met de deur in huis vallen en anderzijds dat je meteen concreet mag zijn in jouw vragen. Om wat ik bedoel concreter voor je te maken:
Je kunt beginnen met de vraag: "Lichaamswezen, hebben we contact?" Na een bevestigende reactie: "Vind je het goed dat ik jou iets vraag?" Na nog een bevestigende reactie: "Je hebt aangegeven belasting te ervaren rond… Kun je daar iets over zeggen?" Hiervoor geef je het lichaamswezen de tijd. Daarna ga je met jouw vragen in op de specifieke belastingen en zorg je dat je een goed beeld van de situatie krijgt.
Eventueel kun je na afloop van een opstelling de representant vragen hoe het vragen stellen was overgekomen op het lichaamswezen. Was je duidelijk genoeg in jouw vragen? Gaf je genoeg ruimte? Hoorde je het als het lichaamswezen van iets zei dat het er even mee bezig was? Dan is het de bedoeling dat het stil is. Je kunt zo’n situatie ook uitdrukkelijk benoemen: “Dan geef ik jou de tijd daarmee nu bezig te zijn, geef mij een seintje als je weer verder wilt.” Ergens de ruimte voor krijgen tijdens het gesprek kan voor een lichaamswezen belangrijk zijn. Een lichaamswezen kan hier en nu meteen aan een aspect werken of contact zoeken met een lichaamsdeel dat enige tijd nodig heeft om tot stand te komen. Dus let goed op wat het lichaamswezen hierin te kennen geeft.
Maak jouw eigen website met JouwWeb